't Vaerdich Volk | Wat bieden wij?

Open en sluit het menu

Overzicht van de mogelijkheden

Wat bieden wij?

Wanneer uw evenement dit toelaat, slaan wij een compleet middeleeuws kampement op, met stoffen tenten, middeleeuws meubilair, kampvuren en meer. Vanuit deze tenten demonstreren wij, gehuld in middeleeuwse kledij, onze ambachten en beroepen, en verzorgen we entertainment, alsof we op een jaarmarkt staan. Hierdoor ontstaat een authentieke sfeer en wanen bezoekers zich in de middeleeuwen.

De leden van ’t Vaerdich Volk bestuderen actief de geschiedenis van hun ambacht of vak, zodat ze erover kunnen vertellen aan bezoekers en ter plekke op authentieke wijze kunnen demonstreren hoe dit in zijn werk ging.

Onder onze groepsleden bevinden zich onder andere handwerkers, smeden, een marskramer en een chirurgijn. Wij bieden dus zowel educatie als entertainment op middeleeuwse evenementen. Tevens hebben we een marktkraam, waarin door onze ambachtslieden vervaardigde producten te koop worden aangeboden.

De groepsleden en hun bezigheden

Hieronder presenteren onze groepsleden zichzelf en hun ambacht. Wanneer u ons uitnodigt voor uw evenement, komen wij met een zo groot mogelijke groep, maar dit is uiteraard mede afhankelijk van de beschikbaarheid van de individuele groepsleden op de betreffende datum. Ook is het mogelijk om een of meerdere specifieke ambachtslieden uit te nodigen.

Borduren (door Ingrid)

Misschien denk je dat borduren een typisch vrouwenwerk is wat huisvrouwen doen in hun vrije tijd, maar dat is absoluut niet het geval in de middeleeuwen. In de middeleeuwen was borduren een ambacht. Een ambacht die onder het kunstgilde valt.

Borduurwerkers maakten met naald, draad, goud, zilver en edelstenen religieuze voorstellingen, beelden heiligen uit en werkten aan muurkranten. Voornamelijk voor hun klanten binnen de geestelijkheid en adel.

Om alles correct te kunnen weergeven kregen ze onderwijs in Latijn en het Bijbelverhaal, net als anderen uit het kunstgilde.

Wil je meer weten welke borduurstijlen er werden gebruikt in de middeleeuwen? Met welke materialen werd gewerkt, met wie borduurwerkers samenwerkten, voor wie ze werkten of wil je voorbeelden zien van middeleeuws borduurwerk? Kom dan snel naar de blauw/rood gestreepte tent in ons kampement.

Aflaatkramer (door Peter)

In de middeleeuwen trokken er regelmatig aflaatkramers door het land langs jaarmarkten om geld in te zamelen voor de plaatselijke kerk, klooster of het bisdom door het verkopen van aflaten. Een aflaat geeft een soort ‘korting’ op de tijd in het Vagevuur. Voor het Vagevuur waren de middeleeuwers erg bang.

Aflaatkramers waren vaak lieden die tegen een winstpercentage werden ‘ingehuurd’ door de kerk, een soort middeleeuwse ZZP-er. Naast aflaten hadden zij vaak Heiligenrelieken bij zich die men kon zien of aanraken wat dan óók weer een ‘korting’ opleverde op je verblijf in het Vagevuur. Er viel nogal veel geld hiermee te verdienen wat er voor zorgde dat er met de aflaatverkoop veel misbruik werd gemaakt.

(Riet)vlechten (door Linda)

Ik ga naar de markt en neem mee… De boer zijn oogst, de smid zijn messen en andere ijzerwerken, de leerbewerkster haar buideltjes en riemen, het kruidenvrouwtje haar zalfjes. En de bezoekers keren terug naar huis met al hun benodigdheden. Niet met dozen en plastic tasjes, maar met manden die bij de mandenvlechtster worden geruild of gekocht.

Manden werden meestal gevlochten op bestelling. Het vlechten neem aardig wat tijd en materiaal in beslag, en blijven zitten met manden die niemand wil hebben kostte dus veel te veel. Plat, diep, met of zonder hengsel of deksel. Het kan allemaal.

“Weven is vlechten”. Dus wanneer er geen opdrachten zijn voor manden, kan het vlechtprincipe ook op stof en garen worden toegepast. Bijvoorbeeld bij het weven van bandjes met de bandweefkam.

Kleermaker (door Maaike)

In de middeleeuwen bestond er nog niet zoiets als mode zoals wij dat nu kennen. Er waren wel grote verschillen tussen de standen: gewone burgers, boeren en ambachtslieden droegen vooral kleding die praktisch was en waarin je je makkelijk kon bewegen. Kleding werd hergebruikt door meerdere generaties en hersteld als het stuk ging. De verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke kledingstukken waren niet heel groot: alleen de lengte verschilde.

De gegoede burgerij en de adel hoefden geen arbeid te verrichten. Zij droegen kleding die minder praktisch was en vooral hun rijkdom uitstraalde. Door extra wijde of lange mouwen, nutteloze versiersels of dure materialen zoals zijde of bont kon je laten zien dat je veel geld had. De rijken konden ook een kleermaker betalen om kleding te laten maken.

Als kleermaakster van ‘t Vaerdich Volk laat ik de verschillen in kleding en materiaalsoorten zien en toon ik de gebruiksvoorwerpen van de kleermaker, zoals scharen, naalden en verschillende garens. Net als in de middeleeuwen ben ik zuinig met alle restjes stof omdat er altijd nog wel iets van gemaakt kan worden: van een linnen coif, een hoofddoek, muts of kaproen tot knoopjes van wol, of een buideltje.

Chirurgie (door Thom)

In de late Middeleeuwen, tussen 1350 en 1450, waren chirurgijnen in Nederland meestal geen artsen, maar eerder ambachtslieden die zich specialiseerden in het behandelen van ziekten en verwondingen. Chirurgijnen waren niet bevoegd om medicijnen voor te schrijven, maar gebruikten in plaats daarvan kruiden, zalven en andere middelen om hun patiënten te genezen.

Thomas van Deest was een chirurgijn die actief was in de laat middeleeuwse periode. Hij stond bekend om zijn vaardigheid in het uitvoeren van complexe operaties en zijn kennis van kruidengeneeskunde. Zijn werk was van onschatbare waarde in een tijd waarin de medische kennis nog in de kinderschoenen stond. Thomas van Deest was een pionier in zijn vakgebied en wordt vandaag de dag nog steeds herinnerd als een belangrijke figuur in de geschiedenis van de geneeskunde.

Op de middeleeuwse evenementen waar ‘t Vaerdich Volk staat doe je een stap terug in de tijd, je kan daar zomaar Thomas van Deest tegen het lijf lopen. Hij vertelt over verschillende medische ingrepen en laat je kennismaken met verschillende geneeskrachtige planten, kruiden en medische instrumenten.

Verhalenverteller / Sprookspreker (door Ingrid)

Oraal verhalen vertellen is de oudste ambacht of kunst ter wereld, simpelweg omdat verhalen vertellen is verweven met mens zijn. We vertelden verhalen om te overleven, verhalen om te waarschuwen, moraal over te brengen, om een beter mens te worden, om te herinneren, om te leren.

In de middeleeuwen worden gedichten, teksten, verhalen verteld door een sprookspreker. Een verhalenverteller en dichter ineen.

Sprooksprekers traden op op feesten en partijen, zoals festivals, Oud & Nieuw, bruiloften en aan het hof. Ze vertelden verhalen over liefde, politiek, magie, corruptie, rechtspraak, oorlog, heiligen, God, de Duivel, dieren. Verhalen vol drama, verhalen vol romantiek, realistische verhalen of verhalen met humor.

Wil jij ook een verhaal horen van onze Sprookspreker? Kijk dan even op het tijdbord wanneer jij erbij kan zijn!